Vervangende toestemming bij verkoop van de gezamenlijke woning

doorSanne van Beers

Vervangende toestemming bij verkoop van de gezamenlijke woning

Gedurende de echtscheiding moet er veel geregeld worden in een periode die door veel mensen als emotioneel heftig wordt ervaren. In het geval er sprake is van een gezamenlijke koopwoning, kan de woning enkel en alleen worden verkocht als beide echtelieden daarmee instemmen.

Verkoop van de gezamenlijke woning tijdens echtscheiding

Bij een echtscheiding moet men – indien dat mogelijk is – in onderling overleg beslissen wie er (al dan niet voorlopig) in de woning blijft wonen danwel kijken of één van hen de woning kan overnemen of moet men in gezamenlijk overleg beslissen dat de woning wordt verkocht. Helaas lukt het niet altijd om de verkoop of overname van de woning in onderling overleg te regelen. Wanneer er geen overeenstemming wordt bereikt, kan de rechtbank bij echtscheiding een uitspraak doen over wie er voorlopig in de woning mag blijven wonen tot het moment dat de woning wordt verkocht.  

Verkoop van de gezamenlijke woning na echtscheiding

Als de rechtbank heeft bepaald dat de echtelijke woning moet worden verkocht – maar ook in het geval dat partijen bij convenant zijn overeengekomen dat de woning wordt verkocht – en de ex-partner weigert na de echtscheiding hieraan zijn of haar medewerking te verlenen dan bestaat er de mogelijkheid om tegen de weigerende ex-partner een procedure te starten bij de rechtbank (bijvoorbeeld via een kort geding) en de rechtbank te verzoeken om vervangende toestemming te verlenen voor bepaalde handelingen (o.a. het aanwijzen van een makelaar, het vaststellen van de vraag- en laatprijs, het niet aanwezig zijn bij bezichtigingen etc.). Men kan ook de rechtbank verzoeken om te bepalen dat deze weigerende ex-partner alsnog wordt verplicht mee te werken aan de verkoop van de echtelijke woning, op straffe van verbeurte van een dwangsom.

Kan de verkoop van de gezamenlijke echtelijke woning worden tegengehouden?

Het kan natuurlijk ook zo zijn, dat een partner juist wordt geconfronteerd met een ex-partner die de woning – via een kort geding bij de rechtbank – wil verkopen. Zijn er dan omstandigheden denkbaar waarin deze verkoop kan worden tegengehouden? In het geval de woning onder water staat en de ex-partner die in de woning woont bereid en in staat is om voor een bepaalde periode de helft danwel een deel van de hypotheeklasten te dragen in de hoop dat de woning op een later moment niet meer onder water komt te staan, kan het bijvoorbeeld niet redelijk of wenselijk zijn dat de gezamenlijke woning wordt verkocht.

Of bijvoorbeeld in het geval dat de ex-partner door het vertrek uit de woning met de kinderen in een noodsituatie komt omdat hij of zij niet over alternatieve woonruimte beschikt en hierdoor de kinderen niet meer kan opvangen en verzorgen.

De ex-partner die de echtelijke woning bewoont, kan op grond van artikel 3:178 lid 1 BW de rechter verzoeken om de woning voor de duur van maximaal drie jaar onverdeeld te laten. Bij het onverdeeld laten van een woning, dient de rechter opnieuw een belangenafweging te maken tussen het belang van de ene ex-partner bij behoud van de woning en het belang van de andere ex-partner bij verkoop van de woning. Dat deze belangenafweging veelal afhangt van alle omstandigheden van het geval, blijkt wel uit de thans geldende jurisprudentie. Er zal dan ook per geval bekeken dienen te worden wat redelijk is.

Mocht u hulp nodig hebben bij een verzoek tot vervangende toestemming voor verkoop van de gezamenlijke woning, maar ook in het geval u wordt geconfronteerd met een verzoek tot vervangende toestemming en u wenst zich daartegen te verweren dan is het altijd mogelijk om nader advies in te winnen bij een van onze familierechtadvocaten. Wij helpen u dan graag verder.

Over de auteur

Sanne van Beers author